cijfers 2010
Geplaatst: 31 dec 2010, 16:05
Dag,
Hier zijn ze : mijn cijfers van 2010.
De stiptheid:
- ik nam in 2010 290 treinen; daarvan reden er 80.7 % stipt of met een vertraging van 5 minuten of minder; 8.6 % brachten me ter bestemming met meer dan 10 minuten vertraging. (Mijn jaarrecord werd met 75' gevestigd op 12/10. IC 2108 bracht ons toen zonder al te veel problemen tot Jemelle, maar een seinstoring in Hatrival kwam roet in het eten strooien: de trein werd afgeschaft, en we konden onze eindbestemming Libramont alleen nog per vervangingsbus bereiken, en dat met 75 minuten vertraging. Een taxi bood de enige mogelijkheid om onze dag nog min of meer te redden.) Dat is het slechtste resultaat sinds - zoals men bij het KMI pleegt te zeggen - het begin van de waarnemingen in 1976. Nooit eerder reden de treinen slechter. Dat verklaart ook de terugval van het aantal ritten en van het aantal afgelegde kilometers. Zelfs ik vind reizen per trein geen pretje meer, en dat wil wat zeggen. Koppel daar ook nog de regelrechte blamage door de NMBS van de trouwe reiziger door het afschaffen van de getrouwheidskaart aan, en je begrijpt dat ik deze terugval niet eens betreur: het zal ze leren…;
- ik nam ook 634 bussen (en enkele trams); daarvan bereikten er 85.3 % de meet met vijf minuten vertraging of minder of zelfs helemaal stipt, en 5.5 % reden meer dan 10 minuten vertraging bij elkaar. Dat is duidelijk slechter dan het jaar voordien en dat ondanks de aangepaste rittijden van de lijnen die ik het frequentst gebruik. Maar voor de tweede maal in enkele jaren tijd legt Aquafin de Alsembergsesteenweg open, met een vervelende omleiding tot gevolg, en tot overmaat van ramp kunnen de bussen sinds september in Halle niet meer over de Bospoortbrug.
(Toch zijn er nog altijd cracks onder de chauffeurs, en dit is meteen het laatste wapenfeit van ons OV-jaar 2010. Op 31/12 stonden we te wachten op de bus van 9:05. Toen die er om 9:20 nog altijd niet was, contacteerde ik De Lijn. Bleek dat de bus al weg was. Toen ik zei dat die dan minstens 8 minuten te vroeg moest gereden hebben (schatting bij aankomst in Halle 15 minuten!), antwoordde men dat het inderdaad iets in die grootteorde moest zijn en dat de dispatching erop aangedrongen had om klacht in te dienen. Wat ik meteen ook deed. Wat wordt dat als de omleidingen eenmaal achter de rug zijn?
De prijs:
- met de trein legde ik (legden we...) 12406 km af, voor 2122.80 EURO, zijnde 0.17 EURO per km; dat de ge-middelde prijs iets hoger ligt dan in 2009 heeft nog niets te maken met het verdwijnen van de kaart 50%, wel met het niet verkennen van het net met een nettreinkaart, wegens de eerder gemelde onbetrouwbaarheid van de treinen;
- De Lijn ontving 393.57 EURO van ons voor 4721 km, zijnde 0.08 EURO per km; voor het eerst moest ik mijn Omnipas het hele jaar zelf betalen, maar dat werd deels goedgemaakt doordat mijn vrouw er nu ook een heeft, en we veel meer (samen) met de bus zijn gaan rijden dan voordien;
- de TEC kreeg 167.86 EURO voor 810 km, goed voor 0.21 EURO/km;
- de MIVB-trams en -bussen gebruikte ik minder: 22 km, 11.07 EURO, zijnde 0.50 EURO/km;
- en we hadden ook nog een DB-bus (50 km - € 21.60) en een bus van Hermes (22 km - € 6.00).
Het materiaal:
De rijtuigen scoren de volgende percentages afgelegde kilometers:
M4: 6.2 %
M5: 1.2 %
M6: 13.1 %
I11: 21.0 %
I6/I10: 3.3 %
internationale rijtuigen niet-NMBS: 5.3 %
De I11-rijtuigen staan dus enigszins afgetekend aan de leiding: onze vele wandeltochten met voor- en na-tronsport over lijnen 36 en 37 zijn daar niet vreemd aan.
Voor de elektrische stellen ziet de verdeling er als volgt uit:
ms 86: 2.0 %
ms 130: 5.6 %
ms 140: 3.9 %
vierledig stel: 6.1 %
ms 80: 14.5 %
ms 96: 18.3 %
Net als vorig jaar kan ik hier schrijven dat het aandeel van de klassieke motorstellen hier toeneemt. Dat is deels te verklaren doordat de stellen meer en meer ingezet worden in de CR-diensten, en ook omdat ik meestal voor de wijnrode stellen kies als dat kan. Ms 96 scoort ook hoog: lijnen 161 en 162 spelen ook een prominente rol in onze verplaatsingen naar het westelijke deel van de Ardennen.
mw 41: 1.9 % - zo weet je meteen ook dat 98.1 % van mijn ritten elektrisch waren. Dat is een serieuze terugval in vergelijking met vorig jaar, maar dat komt volledig door het ontbreken van mijn traditionele jaarlijkse verkenningsritten.
Mijn gesleepte treinen werden getrokken door de volgende locs:
13 of 30: 26.5 %
20: 5.1 %
21: 7.7 %
23: 0.1 %
26: 0.5 %
27: 10.1 %
28: 0.2 %
Reeks 27 geniet mee van het succes van de M6-rijtuigen, zoveel is duidelijk.
Zoals al vaker gezegd: het aantal ritten is echt te klein om hier veel conclusies uit te trekken. Maar één conclusie heb ik alvast getrokken: het gaat niet zo goed met de stiptheid van de reizigerstreinen, maar dat zal wel niemand verbazen, veronderstel ik. En zeggen dat ik in de jaren 1970 begonnen ben, met het noteren van vertragingen om in discussies te kunnen aantonen dat het allemaal veel beter ging met de stiptheid dan de meeste reizigers meenden aan te voelen...
Hier zijn ze : mijn cijfers van 2010.
De stiptheid:
- ik nam in 2010 290 treinen; daarvan reden er 80.7 % stipt of met een vertraging van 5 minuten of minder; 8.6 % brachten me ter bestemming met meer dan 10 minuten vertraging. (Mijn jaarrecord werd met 75' gevestigd op 12/10. IC 2108 bracht ons toen zonder al te veel problemen tot Jemelle, maar een seinstoring in Hatrival kwam roet in het eten strooien: de trein werd afgeschaft, en we konden onze eindbestemming Libramont alleen nog per vervangingsbus bereiken, en dat met 75 minuten vertraging. Een taxi bood de enige mogelijkheid om onze dag nog min of meer te redden.) Dat is het slechtste resultaat sinds - zoals men bij het KMI pleegt te zeggen - het begin van de waarnemingen in 1976. Nooit eerder reden de treinen slechter. Dat verklaart ook de terugval van het aantal ritten en van het aantal afgelegde kilometers. Zelfs ik vind reizen per trein geen pretje meer, en dat wil wat zeggen. Koppel daar ook nog de regelrechte blamage door de NMBS van de trouwe reiziger door het afschaffen van de getrouwheidskaart aan, en je begrijpt dat ik deze terugval niet eens betreur: het zal ze leren…;
- ik nam ook 634 bussen (en enkele trams); daarvan bereikten er 85.3 % de meet met vijf minuten vertraging of minder of zelfs helemaal stipt, en 5.5 % reden meer dan 10 minuten vertraging bij elkaar. Dat is duidelijk slechter dan het jaar voordien en dat ondanks de aangepaste rittijden van de lijnen die ik het frequentst gebruik. Maar voor de tweede maal in enkele jaren tijd legt Aquafin de Alsembergsesteenweg open, met een vervelende omleiding tot gevolg, en tot overmaat van ramp kunnen de bussen sinds september in Halle niet meer over de Bospoortbrug.
(Toch zijn er nog altijd cracks onder de chauffeurs, en dit is meteen het laatste wapenfeit van ons OV-jaar 2010. Op 31/12 stonden we te wachten op de bus van 9:05. Toen die er om 9:20 nog altijd niet was, contacteerde ik De Lijn. Bleek dat de bus al weg was. Toen ik zei dat die dan minstens 8 minuten te vroeg moest gereden hebben (schatting bij aankomst in Halle 15 minuten!), antwoordde men dat het inderdaad iets in die grootteorde moest zijn en dat de dispatching erop aangedrongen had om klacht in te dienen. Wat ik meteen ook deed. Wat wordt dat als de omleidingen eenmaal achter de rug zijn?
De prijs:
- met de trein legde ik (legden we...) 12406 km af, voor 2122.80 EURO, zijnde 0.17 EURO per km; dat de ge-middelde prijs iets hoger ligt dan in 2009 heeft nog niets te maken met het verdwijnen van de kaart 50%, wel met het niet verkennen van het net met een nettreinkaart, wegens de eerder gemelde onbetrouwbaarheid van de treinen;
- De Lijn ontving 393.57 EURO van ons voor 4721 km, zijnde 0.08 EURO per km; voor het eerst moest ik mijn Omnipas het hele jaar zelf betalen, maar dat werd deels goedgemaakt doordat mijn vrouw er nu ook een heeft, en we veel meer (samen) met de bus zijn gaan rijden dan voordien;
- de TEC kreeg 167.86 EURO voor 810 km, goed voor 0.21 EURO/km;
- de MIVB-trams en -bussen gebruikte ik minder: 22 km, 11.07 EURO, zijnde 0.50 EURO/km;
- en we hadden ook nog een DB-bus (50 km - € 21.60) en een bus van Hermes (22 km - € 6.00).
Het materiaal:
De rijtuigen scoren de volgende percentages afgelegde kilometers:
M4: 6.2 %
M5: 1.2 %
M6: 13.1 %
I11: 21.0 %
I6/I10: 3.3 %
internationale rijtuigen niet-NMBS: 5.3 %
De I11-rijtuigen staan dus enigszins afgetekend aan de leiding: onze vele wandeltochten met voor- en na-tronsport over lijnen 36 en 37 zijn daar niet vreemd aan.
Voor de elektrische stellen ziet de verdeling er als volgt uit:
ms 86: 2.0 %
ms 130: 5.6 %
ms 140: 3.9 %
vierledig stel: 6.1 %
ms 80: 14.5 %
ms 96: 18.3 %
Net als vorig jaar kan ik hier schrijven dat het aandeel van de klassieke motorstellen hier toeneemt. Dat is deels te verklaren doordat de stellen meer en meer ingezet worden in de CR-diensten, en ook omdat ik meestal voor de wijnrode stellen kies als dat kan. Ms 96 scoort ook hoog: lijnen 161 en 162 spelen ook een prominente rol in onze verplaatsingen naar het westelijke deel van de Ardennen.
mw 41: 1.9 % - zo weet je meteen ook dat 98.1 % van mijn ritten elektrisch waren. Dat is een serieuze terugval in vergelijking met vorig jaar, maar dat komt volledig door het ontbreken van mijn traditionele jaarlijkse verkenningsritten.
Mijn gesleepte treinen werden getrokken door de volgende locs:
13 of 30: 26.5 %
20: 5.1 %
21: 7.7 %
23: 0.1 %
26: 0.5 %
27: 10.1 %
28: 0.2 %
Reeks 27 geniet mee van het succes van de M6-rijtuigen, zoveel is duidelijk.
Zoals al vaker gezegd: het aantal ritten is echt te klein om hier veel conclusies uit te trekken. Maar één conclusie heb ik alvast getrokken: het gaat niet zo goed met de stiptheid van de reizigerstreinen, maar dat zal wel niemand verbazen, veronderstel ik. En zeggen dat ik in de jaren 1970 begonnen ben, met het noteren van vertragingen om in discussies te kunnen aantonen dat het allemaal veel beter ging met de stiptheid dan de meeste reizigers meenden aan te voelen...