Geplaatst: 07 feb 2007, 18:24
Uit de Gazet Van Antwerpen van 7/02/2007
Nederlands chemiereus wil via IJzeren Rijn vervoeren
Het in Nederlands-Limburg gevestigde chemieconcern DSM wil graag gebruik maken van de IJzeren Rijn voor zijn vervoer naar de Antwerpse haven. De DSM-treinen nu rijden via Weert, Eindhoven, Breda en Roosendaal, de Brabantroute, naar Antwerpen. Een flinke omweg. Dat beseft ook DSM. Het chemieconcern pleit dan ook voor de kortere route via Weert, Budel, Neerpelt, Mol en Herentals. Over die route kán worden gereden. In januari knapte ProRail, de beheerder van de Nederlandse spoorweginfrastructuur, de IJzeren Rijn tussen Weert en Budel op. Tegen die onknapbeurt gingen de betrokken gemeenten, milieuorganisaties en omwonenden op de barricaden. Nadat de Milieufederatie Limburg een kort geding had verloren, mengde zich zelfs de Nederlandse Tweede Kamer in de strijd. Een meerderheid van de Kamerleden riep de Nederlandse minister van Landbouw en Natuurbeheer, de CDA'er Cees Veerman, op om de werkzaamheden alsnog stil te leggen. Veerman legde die eis naast zich neer omdat hij geen wettelijke mogelijkheden zag om in te grijpen.
De opknapbeurt van Weert-Budel is te danken aan de Antwerpse spooroperator DLC (Dillen & Le Jeune Cargo). In december 2004 vroeg DLC aan ProRail om geregeld gebruik te mogen maken van het baanvak Weert-Budel. Tot dan toe gebeurde dat sporadisch. Weert-Budel maakt deel uit van het Nederlandse hoofdspoornet en moet dus goed worden onderhouden. Na aanvankelijke weigering liet ProRail in april 2005 aan DLC weten dat het spoorbaanvak op 1 oktober van dat jaar zou zijn opgeknapt. Maar ProRail kreeg niet de nodige vergunningen te pakken. Daarop diende DLC in maart 2006 bij de Vervoerkamer van de Nederlandse Mededingingsraad klacht in. In september werd de klacht ongegrond verklaard. In november kreeg ProRail wel de vergunningen om met de opknapwerkzaamheden te beginnen.
DLC had intussen op het traject Antwerpen-Born MSC als klant verloren. De containerrederij koos voor de tragere maar goedkopere binnenvaart.
Voorlopig hebben spooroperatoren weinig aan het opgeknapte stuk enkelspoor. Het baanvak kan alleen tussen 7 en 19u worden bereden en slechts door één trein per dag en per richting. De maximumsnelheid is 60 kilometer per uur. Te gek voor woorden. Over autosnelwegen worden dag en nacht goederen - ook gevaarlijke - vervoerd. Iedereen vindt dat normaal. Maar oh wee als het een spoorlijn betreft. Dan gelden allerlei milieubezwaren. Nochtans is het spoor na de binnenvaart de meest veilige weg voor het transport van gevaarlijke goederen.
De spoorlijn tussen Weert en de Belgische grens werd in de negentiende eeuw aangelegd. Wie zich sindsdien in de buurt van deze spoorlijn vestigde of vestigt, is verondersteld te weten dat hierover treinen rijden en dat die voor enige overlast kunnen zorgen. ProRail zegt dat Weert-Budel tot het Nederlandse hoofdspoornet behoort. Wél, dan zou geen enkele beperking mogen gelden.
Intussen werkt Transport & Mobility Leuven (TML) in opdracht van de Nederlandse en Belgische overheden én de infrastructuurbeheerders ProRail en Infrabel aan een studie over de IJzeren Rijn. Het bureau brengt het te verwachten vervoer in kaart en maakt een maatschappelijke kosten-batenanalyse. Begin 2008 weten we hoeveel een reactivering kost. Of in 2015 de historische IJzeren Rijn, de kortste spoorverbinding tussen de Antwerpse haven en het Duitse Ruhrgebied, over het hele traject beschikbaar zal zijn, staat in de sterren geschreven.
Herman WELTER
Nederlands chemiereus wil via IJzeren Rijn vervoeren
Het in Nederlands-Limburg gevestigde chemieconcern DSM wil graag gebruik maken van de IJzeren Rijn voor zijn vervoer naar de Antwerpse haven. De DSM-treinen nu rijden via Weert, Eindhoven, Breda en Roosendaal, de Brabantroute, naar Antwerpen. Een flinke omweg. Dat beseft ook DSM. Het chemieconcern pleit dan ook voor de kortere route via Weert, Budel, Neerpelt, Mol en Herentals. Over die route kán worden gereden. In januari knapte ProRail, de beheerder van de Nederlandse spoorweginfrastructuur, de IJzeren Rijn tussen Weert en Budel op. Tegen die onknapbeurt gingen de betrokken gemeenten, milieuorganisaties en omwonenden op de barricaden. Nadat de Milieufederatie Limburg een kort geding had verloren, mengde zich zelfs de Nederlandse Tweede Kamer in de strijd. Een meerderheid van de Kamerleden riep de Nederlandse minister van Landbouw en Natuurbeheer, de CDA'er Cees Veerman, op om de werkzaamheden alsnog stil te leggen. Veerman legde die eis naast zich neer omdat hij geen wettelijke mogelijkheden zag om in te grijpen.
De opknapbeurt van Weert-Budel is te danken aan de Antwerpse spooroperator DLC (Dillen & Le Jeune Cargo). In december 2004 vroeg DLC aan ProRail om geregeld gebruik te mogen maken van het baanvak Weert-Budel. Tot dan toe gebeurde dat sporadisch. Weert-Budel maakt deel uit van het Nederlandse hoofdspoornet en moet dus goed worden onderhouden. Na aanvankelijke weigering liet ProRail in april 2005 aan DLC weten dat het spoorbaanvak op 1 oktober van dat jaar zou zijn opgeknapt. Maar ProRail kreeg niet de nodige vergunningen te pakken. Daarop diende DLC in maart 2006 bij de Vervoerkamer van de Nederlandse Mededingingsraad klacht in. In september werd de klacht ongegrond verklaard. In november kreeg ProRail wel de vergunningen om met de opknapwerkzaamheden te beginnen.
DLC had intussen op het traject Antwerpen-Born MSC als klant verloren. De containerrederij koos voor de tragere maar goedkopere binnenvaart.
Voorlopig hebben spooroperatoren weinig aan het opgeknapte stuk enkelspoor. Het baanvak kan alleen tussen 7 en 19u worden bereden en slechts door één trein per dag en per richting. De maximumsnelheid is 60 kilometer per uur. Te gek voor woorden. Over autosnelwegen worden dag en nacht goederen - ook gevaarlijke - vervoerd. Iedereen vindt dat normaal. Maar oh wee als het een spoorlijn betreft. Dan gelden allerlei milieubezwaren. Nochtans is het spoor na de binnenvaart de meest veilige weg voor het transport van gevaarlijke goederen.
De spoorlijn tussen Weert en de Belgische grens werd in de negentiende eeuw aangelegd. Wie zich sindsdien in de buurt van deze spoorlijn vestigde of vestigt, is verondersteld te weten dat hierover treinen rijden en dat die voor enige overlast kunnen zorgen. ProRail zegt dat Weert-Budel tot het Nederlandse hoofdspoornet behoort. Wél, dan zou geen enkele beperking mogen gelden.
Intussen werkt Transport & Mobility Leuven (TML) in opdracht van de Nederlandse en Belgische overheden én de infrastructuurbeheerders ProRail en Infrabel aan een studie over de IJzeren Rijn. Het bureau brengt het te verwachten vervoer in kaart en maakt een maatschappelijke kosten-batenanalyse. Begin 2008 weten we hoeveel een reactivering kost. Of in 2015 de historische IJzeren Rijn, de kortste spoorverbinding tussen de Antwerpse haven en het Duitse Ruhrgebied, over het hele traject beschikbaar zal zijn, staat in de sterren geschreven.
Herman WELTER