Leuk idee, maar dan moet de 3/4 van de treinen niet meer rijden. Dit om te voorkomen dat er toch een sein op rood staat.
Prorail gaat ook al de helft van alle wissels opruimen. (Ze zijn storings gevoelig.)
Dus de reiziger heeft straks veel baad bij deze idee. A) geen aansluiting om dat er geen stoptrein voor een intercity mag rijden. B) als er 1 pech heeft kom je er ook niet langs.
Maar dit is meer iets van Prorail/Rijkswaterstaat/Regering/ of wie er iets over te zeggen heeft.
Ik denk dat ze beter eens een normale opleiding aan die machinisten moeten geven.
Vroeger deed je er 5 jaar over om een machinist te mogen zijn op de hoofdlijn. Tegenwoordig is het bijna 3 maanden en je rijdt zelfstandig met reizigers.
Ik ken machinisten die bus chauffeur waren en nu treinen rijden. (En letterlijk even gas bij geven omdat het sein anders van geel op rood gaat. Terwijl de volgende rood staat.)
Treinbotsing Amsterdam
Re: Treinbotsing Amsterdam
Treinen op tijd laten rijden is niet moeilijk.
Alleen die reizigers maken het zo lastig.
Alleen die reizigers maken het zo lastig.
Re: Treinbotsing Amsterdam
NS en Prorail onder verscherpt toezicht
De Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) heeft de NS en Prorail onder verscherpt toezicht geplaatst. Dat besluit maakte de inspectie dinsdag bekend na onderzoek naar een treinbotsing in Amsterdam in april. De NS en Prorail moeten veiligheidsrisicio's beter meewegen bij het vastleggen en aanpassen van de dienstregeling, vindt de inspectie.
Volgens de inspectie hebben zowel de NS als Prorail de spoorwegwet overtreden. Die schrijft voor dat de vervoerder en spoorwegbeheerder zorg moeten dragen voor een goed veiligheidssysteem, maar daar hebben NS en Prorail zich niet aan gehouden omdat de veiligheidsrisico's onvoldoende zijn meegewogen.
De NS en Prorail hadden op de dag van de treinbotsing te weinig speling ingepland voor twee treinen die elkaar tegemoet kwamen. Ook vertrouwden ze te veel op het rode sein als laatste barrière, terwijl ze weten dat jaarlijks zo'n 150 machinisten door een rood sein rijden, zo oordeelt de inspectie.
Het verscherpte toezicht volgt volgens de ILT niet alleen uit deze tekortkomingen bij de treinbotsing. Ook gebrekkige reacties op eerdere vergelijkbare aanbevelingen en bevindingen van onderzoeken naar ongelukken speelden een rol. Niet alleen de ILT maar ook de Onderzoeksraad voor de Veiligheid presenteerde dinsdag de uitkomsten van een onderzoek naar de treinbotsing.
NS en Prorail hebben in reactie op de onderzoeksrapporten laten weten onder meer waarschuwingssystemen in te voeren voor machinisten en de dienstregeling minder krap te maken zodat treinen meer tijd hebben om elkaar te passeren en kruisen.
Een woordvoerder van de inspectie meldt dat Prorail en NS begin vorige maand al op de hoogte zijn gesteld van het verscherpt toezicht. De inspectie heft het extra toezicht pas op als blijkt dat de bedrijven voldoen aan de eisen voor veiligheidsrisico's.
Bij het treinongeluk op 21 april reed een sprinter door een rood sein en botste vervolgens frontaal op een intercity. Van de ongeveer 425 inzittenden raakten er ten minste 190 gewond, van wie ruim twintig ernstig. Een vrouw overleed in het ziekenhuis aan haar verwondingen.
De Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) heeft de NS en Prorail onder verscherpt toezicht geplaatst. Dat besluit maakte de inspectie dinsdag bekend na onderzoek naar een treinbotsing in Amsterdam in april. De NS en Prorail moeten veiligheidsrisicio's beter meewegen bij het vastleggen en aanpassen van de dienstregeling, vindt de inspectie.
Volgens de inspectie hebben zowel de NS als Prorail de spoorwegwet overtreden. Die schrijft voor dat de vervoerder en spoorwegbeheerder zorg moeten dragen voor een goed veiligheidssysteem, maar daar hebben NS en Prorail zich niet aan gehouden omdat de veiligheidsrisico's onvoldoende zijn meegewogen.
De NS en Prorail hadden op de dag van de treinbotsing te weinig speling ingepland voor twee treinen die elkaar tegemoet kwamen. Ook vertrouwden ze te veel op het rode sein als laatste barrière, terwijl ze weten dat jaarlijks zo'n 150 machinisten door een rood sein rijden, zo oordeelt de inspectie.
Het verscherpte toezicht volgt volgens de ILT niet alleen uit deze tekortkomingen bij de treinbotsing. Ook gebrekkige reacties op eerdere vergelijkbare aanbevelingen en bevindingen van onderzoeken naar ongelukken speelden een rol. Niet alleen de ILT maar ook de Onderzoeksraad voor de Veiligheid presenteerde dinsdag de uitkomsten van een onderzoek naar de treinbotsing.
NS en Prorail hebben in reactie op de onderzoeksrapporten laten weten onder meer waarschuwingssystemen in te voeren voor machinisten en de dienstregeling minder krap te maken zodat treinen meer tijd hebben om elkaar te passeren en kruisen.
Een woordvoerder van de inspectie meldt dat Prorail en NS begin vorige maand al op de hoogte zijn gesteld van het verscherpt toezicht. De inspectie heft het extra toezicht pas op als blijkt dat de bedrijven voldoen aan de eisen voor veiligheidsrisico's.
Bij het treinongeluk op 21 april reed een sprinter door een rood sein en botste vervolgens frontaal op een intercity. Van de ongeveer 425 inzittenden raakten er ten minste 190 gewond, van wie ruim twintig ernstig. Een vrouw overleed in het ziekenhuis aan haar verwondingen.
Re: Treinbotsing Amsterdam
Passeren rood sein onopgemerkt bij treinbotsing
Het passeren van een rood sein door de sprinter die in april de treinbotsing bij Amsterdam veroorzaakte, bleef onopgemerkt door de machinist, de verkeersleiding en andere treinen. Het ontbrak aan een systeem dat de machinist waarschuwde dat een rood sein was gepasseerd en een systeem dat de trein automatisch tot stilstand bracht. Dat blijkt uit onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) naar de treinbotsing.
De machinist had het rode sein zelf niet gezien. De verkeersdienstleider merkte het passeren van het rode sein niet op, omdat hij zijn aandacht bij een andere trein had. Verder hadden ook andere treinen geen idee dat een trein een rood sein had gemist.
Door werkzaamheden was de dienstregeling die dag aangepast, maar deze voldeed niet aan de normen die Prorail daaraan stelt. De dienstregeling was te krap. Door een vertraagde goederentrein kreeg de sprinter die het rode sein. De verkeersleiding verzuimde in te zien welke gevolgen het rode sein zou hebben voor de rest van het treinverkeer. Ook dit werd niet automatisch gemeld.
Bij de botsing tussen de sprinter en de intercity zaterdag 21 april bij het Amsterdamse Westerpark raakten van de ongeveer 425 inzittenden zeker 190 mensen gewond, van wie ruim twintig ernstig. Een vrouw overleed enkele dagen na het ongeluk aan haar verwondingen.
Verder blijkt uit het onderzoek dat de meeste gewonden vielen onder reizigers die vooruit reisden. Ook reizigers die dwars op de rijrichting zaten, meldden relatief vaak letsel. Reizigers die achteruit reisden, maar tegenover anderen zaten, raakten vaak gewond door het contact met andere passagiers. De vrouw die uiteindelijk overleed, liep buikletsel op doordat ze op een tafeltje was gebotst.
Volgens de onderzoeksraad heeft de NS er niet alles aan gedaan om treinen zo veilig mogelijk te maken. De vervoerder beperkt zich volgens de raad tot de wettelijke minimumeisen, maar bijvoorbeeld de nieuwste veiligheidsinzichten op het gebied van interieur waren in beide treinen niet verwerkt.
Het onderzoek van de OVV richtte zich vooral op de precieze gebeurtenissen die voorafgingen aan het ongeluk, de manier waarop het risico op het doorrijden bij een rood sein wordt beheerst en de 'botsveiligheid' van treinen.
Het passeren van een rood sein door de sprinter die in april de treinbotsing bij Amsterdam veroorzaakte, bleef onopgemerkt door de machinist, de verkeersleiding en andere treinen. Het ontbrak aan een systeem dat de machinist waarschuwde dat een rood sein was gepasseerd en een systeem dat de trein automatisch tot stilstand bracht. Dat blijkt uit onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) naar de treinbotsing.
De machinist had het rode sein zelf niet gezien. De verkeersdienstleider merkte het passeren van het rode sein niet op, omdat hij zijn aandacht bij een andere trein had. Verder hadden ook andere treinen geen idee dat een trein een rood sein had gemist.
Door werkzaamheden was de dienstregeling die dag aangepast, maar deze voldeed niet aan de normen die Prorail daaraan stelt. De dienstregeling was te krap. Door een vertraagde goederentrein kreeg de sprinter die het rode sein. De verkeersleiding verzuimde in te zien welke gevolgen het rode sein zou hebben voor de rest van het treinverkeer. Ook dit werd niet automatisch gemeld.
Bij de botsing tussen de sprinter en de intercity zaterdag 21 april bij het Amsterdamse Westerpark raakten van de ongeveer 425 inzittenden zeker 190 mensen gewond, van wie ruim twintig ernstig. Een vrouw overleed enkele dagen na het ongeluk aan haar verwondingen.
Verder blijkt uit het onderzoek dat de meeste gewonden vielen onder reizigers die vooruit reisden. Ook reizigers die dwars op de rijrichting zaten, meldden relatief vaak letsel. Reizigers die achteruit reisden, maar tegenover anderen zaten, raakten vaak gewond door het contact met andere passagiers. De vrouw die uiteindelijk overleed, liep buikletsel op doordat ze op een tafeltje was gebotst.
Volgens de onderzoeksraad heeft de NS er niet alles aan gedaan om treinen zo veilig mogelijk te maken. De vervoerder beperkt zich volgens de raad tot de wettelijke minimumeisen, maar bijvoorbeeld de nieuwste veiligheidsinzichten op het gebied van interieur waren in beide treinen niet verwerkt.
Het onderzoek van de OVV richtte zich vooral op de precieze gebeurtenissen die voorafgingen aan het ongeluk, de manier waarop het risico op het doorrijden bij een rood sein wordt beheerst en de 'botsveiligheid' van treinen.
Re: Treinbotsing Amsterdam
Het volledige onderzoeksrapport is hier te vinden: http://www.onderzoeksraad.nl/index.php/ ... #rapporten