Veel goede voornemens dus, maar ook nog veel onduidelijkheden wat de concrete uitwerking van dat alles betreft. Hierbij alvast de volledige tekst rond "Spoor":
4.1. Spoor
De COVID-19-crisis heeft tegelijk het belang van de continuïteit van de dienstverlening en de eenheid van
aansturing voor een veilig en duurzaam spoorvervoer op nationaal niveau duidelijk gemaakt. Daarom geeft
deze regering een direct award aan de NMBS voor haar opdracht van openbare dienst om de komende 10
jaar als operator van het personenvervoer via spoor op te treden in ons land en dit voor het volledige
spoornet. De directe toekenning geldt in eerste instantie voor het hele grondgebied. Parallel zal zowel in
Vlaanderen als in Wallonië in samenwerking met de gewestelijke instanties in één vervoersregio een
pilootproject worden opgezet waar via tendering één operator voor het vraaggestuurd kern- en aanvullend
net kan worden aangeduid. Van zodra alle modaliteiten voor deze projecten zijn gedefinieerd, zal de scope
van het grondgebied waarop de directe toewijzing van toepassing is, worden aangepast.
Hierbij zullen er wel strenge en sanctioneerbare kwaliteitseisen aan de NMBS worden opgelegd. Om de
NMBS klaar te maken voor de nakende liberalisering zal er onderzocht worden of er private expertise in
de NMBS kan worden ingebracht.
Er zal ook bestudeerd worden of het huidige HR-beleid de NMBS voldoende voorbereidt om competitief
te zijn in lijn met de nieuwe Europese regels.
Naast de beheersovereenkomsten heeft het spoor nood aan een langetermijnsturing van en -visie op de
verwachtingen in verband met de spoorwegdienstverlening in België. De FOD Mobiliteit en Vervoer zal
met de steun van Infrabel, de NMBS en de verschillende stakeholders, zoals de gewestelijke
vervoersmaatschappijen, een visie op de in 2040 verwachte dienstverlening en uitbating uitwerken. Die
visie zal gebaseerd worden op ambitieuze doelstellingen in verband met het vervoersaandeel en zal onder
meer de ontwikkeling van een geïntegreerd openbaar vervoersysteem beogen. De NMBS en Infrabel zullen
bij de planning van hun investeringen rekening houden met de visie 2040. Er zal een studie worden
uitgevoerd om na te gaan of het technisch en budgettair haalbaar is om op het spoornet tegen 2040
geleidelijk een cadancering rond overstapknooppunten in te voeren en in samenhang daarmee de
uurregelingen af te stemmen op de andere vormen van openbaar vervoer die beheerd worden door de
gewesten.
De regering sluit op korte termijn nieuwe, sanctioneerbare beheerscontracten af met duurzame en
ambitieuze doelstellingen: verbeteren van de stiptheid, het spooraanbod (m.i.v. meer vroege, laatavond-,
nacht- en weekendverbindingen), comfort, toegankelijkheid, ook voor andere vervoersmiddelen zoals de
fiets met het oog op multimodale mobiliteit, infrastructuur, internet op de trein, veiligheid, kostenefficiëntie
en productiviteitsgroei.
Het tariefsysteem wordt sterk vereenvoudigd. De reiziger zal altijd het beste tarief voorgesteld krijgen en
er wordt werk gemaakt van meer flexibiliteit inzake tickets en tarieven. Aan de NMBS zal ook meer
tariefautonomie worden gegeven voor zover deze binnen de bestuursovereenkomst kadert.
Voor de besteding van de dotatiemiddelen is het verbeteren van de dienstverlening aan de reiziger (snelheid,
stiptheid, comfort, aanbod, toegankelijkheid) topprioriteit. Er zal dus een verhoging van de
investeringsdotatie plaatsvinden binnen de beschikbare middelen in het investeringsplan. Bij het bepalen
van de dotaties wordt rekening gehouden met de financiële impact van de coronacrisis.
De huidige inspanningen inzake kostenefficiëntie en productiviteitsverhoging worden verdergezet. De
middelen die hierdoor vrijkomen, kunnen geherinvesteerd worden. In het kader van het nationale
investeringspact worden de investeringsdotaties opgetrokken.
De investeringsplannen van NMBS en Infrabel worden opgesteld met een minimale duurtijd van tien jaar,
om rekening te houden met de lange cycli die kenmerkend zijn voor de spoorwegsector.
De investeringen in aanleg en onderhoud van infrastructuur en aanbod zullen vraaggestuurd zijn en in
functie van de visie 2040.
Deze regering zal extra investeren in het spoor. De investeringen zullen zich toespitsen op:
- Aankoop nieuw rollend materieel;
- Modernisering, onderhoud, toegankelijkheid multimodaliteit van stations;
- Toegankelijkheid treinen en perrons. We investeren ook in de toegankelijkheid van onze treinen
en perrons: we maken versneld werk van het verhogen van de perrons en korten de reservatietermijn voor assistentie in. Elk station met meer dan 5000 reizigers per dag is toegankelijk
tegen 2024. Nieuwe treintoestellen die de NMBS aankoopt zullen toegankelijk zijn voor personen
met een handicap. Er komt een evaluatie van de huidige toegankelijkheid en op grond daarvan een
actie- en stappenplan om de toegankelijkheid te verbeteren;
- Vernieuwen en onderhoud spoorinfrastructuur;
Uitbreiden capaciteit personenvervoer: GEN, ANGELIC, een verbetering van de verbindingen
tussen de Brusselse stations, meer bijzonder de connectie Noord-Zuid, grensoverschrijdende
verbindingen;
België neemt een voortrekkersrol op in de Europese trend naar meer en snellere internationale
(nacht)treinverbindingen tussen grote Europese steden, met de ambitie om van Brussel een echte
internationale treinhub te maken. We zetten specifiek ook in op hogesnelheidsverbindingen tussen Brussels
Airport en de HST-knooppunten in onze buurlanden om zo het aantal korte-afstandsvluchten te
verminderen. De regering actualiseert de studie naar een betere aansluiting van de gewestelijke luchthavens
op het spoornet.
Zowel voor het personenvervoer als het goederenvervoer wordt een traject uitgestippeld voor de verdere
elektrificatie van het spoornetwerk of de inzet van batterijtreinen. Het potentieel van waterstoftreinen
wordt onderzocht. NMBS en Infrabel voeren de inspanningen op om groene stroom op te wekken op de
eigen terreinen en gebouwen.
We streven naar een forse verbetering van het goederenvervoer per spoor met het oog op een verdubbeling
van het volume tegen 2030. De drempels tot toegang van goederenoperatoren tot het spoor worden zoveel
als mogelijk verlaagd. De regering stelt voldoende exploitatie- en investeringsmiddelen ter beschikking aan
Infrabel om haar in staat te stellen te beantwoorden aan de stijgende vraag naar goederentransport. De
subsidies voor het gecombineerd en verspreid vervoer worden geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd.